Ik bespeur een lichte paniek in de onderste regionen van de Eredivisie. Nu het einde van het seizoen nadert, is er in de strijd tegen degradatie een ware oniomanie ontstaan. Uit alle hoeken en gaten worden spelers vandaan getoverd om straks in de play-outs goed beslagen ten ijs te komen. Hoe het kan en wat het oplost, weet ik niet, maar de lange armen van de voorzitters van SVH, De Ham en ZPB reiken van de kiezelstranden van Slovenië tot aan de binnenlanden van Brazilië.
SVH maakte het wel heel bont. De huidige drager van de rode lantaarn ‘versterkte’ zich met maar liefst vier spelers. Een Sloveen, een Hongaar en twee Serven. Ik vraag me serieus af wat die Balkanboys over de streep heeft getrokken om neer te strijken in het winderige Hillegersberg. Is het de prachtige architectuur? Het uitgebreide culturele aanbod? Of toch de jaarlijkse oliebollenactie van de club? Ik zie ze al zitten om de centrale verwarming van hun sociale huurwoning in Crooswijk. Beneden op straat wordt gesleuteld aan een gestolen brommer en de bovenburen hebben knallende ruzie. Met weemoed denken zij terug aan hun weelderige leven in Boedapest, Belgrado en Ljubljana, waar hun moeder hun lievelingskostje voor ze kookte, ze lachten met vrienden in hun stamkroeg en de meisjes luchtige bloesjes droegen in de voorjaarszon.
ZPB en De Ham konden niet achterblijven. Ze gingen op de Zuid-Amerikaanse tour. De Braziliaanse international Luiz Ricardo Gomez da Silva verkaste naar Barendrecht en zijn 30-jarige landgenoot Jonas de Oliveira Crivella naar Krommenie. Je kan me een hoop wijsmaken, maar niet dat deze sambaspecialisten voor de bruisende competitie naar Nederland zijn gekomen. De Oliveira Crivella is nog het eerlijkst van allemaal: “Ik ben een reislustig type en wil graag West-Europa ontdekken”, liet deze goddelijke kanarie optekenen in het persbericht van De Ham. Prima, beste Jonas, prima. Maar op jouw bestemmingenlijst stond toch geen Krommenie!? Ga dansen op een plein in Parijs of drink een Affligem Tripel in een café in Gent. Lig languit in een park in Berlijn of staar naar de horizon in Kopenhagen. Maar jij zit in Krommenie… In een woning tegenover de laad-en-los-plek van de Aldi met een hospita zonder tanden. Gefeliciteerd met je mooie transfer!
Als antwoord op deze internationale koopwoede ging ZPC Amersfoort als volgende degradatiekandidaat natuurlijk ook op zoek. Bij gebrek aan uitgerangeerde Hongaren, Serven en Slovenen, kwamen ze uit bij twee oude bekenden; de vorig jaar gestopte gebroeders Schijvenaars. Aardige gozers hoor, daar niet van, maar een vreemd signaal als je aan het begin van het seizoen nog uitspreekt alle geloof te hebben in de aanstormende jeugd.
Tsja, een kat in het nauw maakt rare sprongen. Een duidelijk teken dat de paniek is toegeslagen in de kelder van de Eredivisie. Of het veel oplost, betwijfel ik. Grote kans dat deze exoten aan het eind van de competitie hun Nederlandse clubs – gedegradeerd of niet – met een grote glimlach de rug toekeren. En wat wordt volgend seizoen dan de oplossing? Een blik Russische straatartiesten? Een karrevracht Japanse kogelstoters? Of eindelijk vertrouwen op de eigen kweek en je erbij neerleggen als je tekort komt. Vandaag werd duidelijk dat er vanaf volgend seizoen voor alle spelers een transferwindow komt. Last minute exoten zijn dan verleden tijd. Maar de komende wedstrijden liggen er in ieder geval vier vernieuwde ploegen in de Nederlandse zwembaden. Ik hoop dat het ze brengt wat ze ervan verwachten. En dat De Oliveira Crivella zich snel thuis gaat voelen in Krommenie.
Column: Paniek in de Eredivisie
Column, Eredivisie Heren
Column: Paniek in de Eredivisie
Beeld:
Beeldbron: Beeldboot / Gertjan Kooij
2,705