Turkije is de laatste tijd regelmatig negatief in het nieuws. Ook in Istanbul is het vaak alarmfase drie, of erger... Maar Henk van der Sluis bewaart prettige herinneringen aan de grootste stad van het land der Ottomanen.
Istanbul
Het spel van de Nederlandse jongens-jeugdploeg op het EJK in het vroeger geheten Constantinopel was niet erg best, maar mijn verblijf in de Turkse metropool was meer dan aangenaam. Het hotel kon de toets der kritiek meer dan volstaan en het verkeer was elke dag weer een belevenis. Het zwembad was ongeveer vijfentwintig minuten rijden vanaf het hotel. Een gedeelte ervan was net opnieuw geasfalteerd. Strepen stonden er nog niet op. Die zouden de komende weken ’s nachts aangebracht worden. Op het traject waar wel strepen stonden – sommige stukken zelfs acht(!) rijstroken – liep meerdere malen per dag het verkeer muur- en muurvast. Op de stukken waar nog geen lijnen aangebracht waren, liep het als een tierelier. Begrijpt u het? Iets voor een ‘filesoof’ in opleiding om er cum laude mee af te kunnen studeren.
Naast het fraaie bad stond een kantoorgebouw, waarin de organisatie van de Olympische Spelen Istanbul 2012, waarvoor de stad toen in de race was, was ondergebracht. Ik had aan de ploegleiding al aangegeven dat ik daar die week eventjes een kijkje wilde nemen. Op een ochtend, terwijl de ploeg aan het trainen was, bezocht ik het gebouw. De receptioniste van dienst zette me in een kamertje met een kop sterke Turkse koffie en een stevige punt baklava uit de categorie ‘zoeter dan zoet’ (en daar dan weer de overtreffende variant van). Binnen tien minuten werd ik voorgesteld aan zeker tien mensen die na de handdruk veel belangstelling hadden voor mijn perskaart: Media The Netherlands. Ik kreeg alles te zien en op alle vragen die ik had, werd door meerdere mensen in voortreffelijk Engels antwoord gegeven. Het waterpolo zou op het complex ernaast en op de ‘landerijen’ van de ENKA-sportclub plaatsvinden. De maquettes van de diverse accommodaties zagen er fraai uit. Waar erg de nadruk op gelegd werd, was het feit dat Istanbul de poort was van Europa naar Azië (en andersom) en de verbindende factor tussen het christendom en de islam. Ze dachten zeker dat ik een of andere IOC-hotemetoot was: inwendig moest ik er verschrikkelijk om lachen. Ik kwam alleen maar even binnenlopen. Om heel eerlijk te zijn, was ik blij dat ik een uurtje later weer naar buiten kon. Ik voelde me erg opgelaten met zoveel belangrijke bobo’s van het Turkse Olympisch Comité om me heen en… de baklava begon te ‘keten’ in mijn maag.
De vrije dag voerde ons onder andere naar de beroemde Aya Sofia Moskee (schoenen uit) en naar de wereldbefaamde bazaar. Dat laatste was een bezienswaardigheid van de buitencategorie. De locatie werd onder andere gebruikt in één van de eerste James Bond-films. Je kunt er gerust twee dagen achtereen ronddwalen zonder dat je twee keer op dezelfde plek komt. Ik had mijn zinnen gezet op een kleine waterpijp en eventueel wat voetbal-souvenirs van de drie grote clubs in de stad. Dat laatste was niet te vinden en toen ik een Nederlands sprekende ‘stalhouder’ (ik ben er zeker tien tegengekomen die meerdere jaren in Nederland gewerkt en gewoond hadden) daar naar vroeg was zijn antwoord eigenlijk heel ‘simpel’. “Als ik als Besiktas-supporter hier spullen met het clublogo verkoop, komen supporters van Galatasaray en Fenerbahce mijn winkel niet in. Snap je?” Ik snapte het. De waterpijp, die ik in een ander stalletje zag vond ik aan de dure kant. “Wat wil je ervoor betalen?” Ik noemde een derde van het bedrag. Hoe ik het in mijn hoofd haalde? Of ik wel wist dat Turkse waterpijpen op de Wereld Erfgoed-lijst stonden? Ik liep verder, maar de man kwam hard pratend en weidse armgebaren makend achter mij aan. Op dat moment weet je dat je eigenlijk al gewonnen hebt. Uiteindelijk kreeg ik ‘m mee voor de door mij genoemde prijs inclusief nog een mooie set ansichtkaarten van de stad.
Tijdens het toernooi was ik in contact gekomen met een moeder van één van de Turkse spelers. Ik had haar verteld over mijn bezoek aan het ‘Olympische’ gebouw naast het zwembad. Ze bood mij aan om op donderdagochtend – Nederland speelde die dag aan het eind van de middag – naar het ENKA-complex te gaan om daar eens rond te kijken. Ook daar was de ontvangst buitengewoon. En ook daar deed mijn perskaart met ‘Media The Netherlands’ weer wonderen. ENKA is een hele grote sportvereniging met diverse sporten, waarvan zwemmen, basketbal, volleybal en worstelen de belangrijkste zijn. Ik werd rondgeleid over het reusachtige complex en werd uitgenodigd om een week later de Aziatische kampioenschappen worstelen (met olie ingesmeerde ‘glad-Ali’s) bij te wonen…
Op het vliegveld kon ik nog mokken van de drie Istanbulse clubs kopen. Idee voor de Besiktas-man in de bazaar: je moet souvenirs van alle drie clubs verkopen. Hij zal het wel niet doen, want de onderlinge haat zoals in Nederland tussen 010 en de club uit Abcoude-Noord, is daar nog vele, vele malen ‘heter’. Een prachtige week met vele prachtige, nieuwe indrukken. Jeugdbondscoach Robin van Galen kon daar, vertelde hij achteraf, echter niks mee. Zijn ploeg viel dan ook buiten de top-acht.