Namen zeggen veel over een team. Heb je teveel kleurloos polderbloed in je team, dan is de kans groot dat je spel ook weinig fonkelt. Iedereen kent wel van die ploegen vol peper- en zoutachternamen. Van die ploegen met drie broers en twee neven met allemaal dezelfde saaie achternaam, gehoekte kaaklijn en klauwen als kolenschoppen. Zulke teams kennen vaak maar één spelsysteem: pressen.
Het leek er bijna op dat het Nederlands team ook die kant op ging. Kijk eens naar al die muffe namen: Janssen, Nederlandser kan het bijna niet. Koopman, je zou denken dat hij elke vrijdag prei aanbiedt op de markt. Van der Horst, echt zo’n naam van een basisschoolleerkracht. “Meester Van der Horst. Ik moet plassen!” En dan de coach. Van Galen. Precies. Ook niet iets om stuiterend aan tropische oorden te denken.
Maar toen wandelde daar opeens Milos Filipovic de Zeister bossen binnen. De balgoochelaar uit Belgrado vroeg aan Van Galen of hij een keer mee mocht trainen. Hij wilde namelijk dolgraag voor Oranje uitkomen. Ik ben daar blij om. We zijn in het verleden immers al genoeg spelers aan het buitenland kwijtgeraakt. In 1964 lag Ton van Dorp al onder de lat bij de Amerikanen, Harry van der Meer verruilde begin deze eeuw zijn Nederlandse nationaliteit voor de Italiaanse en Alex Roelse werd in 2014 een Yank. Laten we nu de rollen maar eens omdraaien. Nu hebben wij ook een buitenlander. En wat voor eentje!
Met een Filipovic op het wedstrijdformulier sta je op voorhand natuurlijk al met 2-0 voor. Zijn naamgenoot Filip in het Servische team behoort al jaren tot de beste spelers ter wereld. Dan moet het met Milos ook wel goed zitten. Net als Filip is Milos ook links. En linkshandige spelers voegen altijd wat toe. Met hun scheppingskracht en vindingrijkheid. Spelmakers die zich wars van systemen met plezier losrukken uit hun korset. Spelers waar het publiek de vingers bij aflikt. Zo ook Milos. Geef hem een bal en hij doet er wat leuks mee. En Milos voegt nog wat toe. Hardheid. In Servië is waterpolo een manier van overleven. Dankzij zijn Partizaanse leerschool kent Milos de wetten van het internationale topwaterpolo. Hij is niet echt groot (1.90 m), hij is niet echt zwaar (89 kg), maar hándig! Op de rechterflank zuigt, trekt en worstelt hij er heerlijk op los, hoe kolossaal en opgeblazen zijn directe tegenstander ook is.
Milos Filipovic. Een heerlijke speler met een schitterende naam voor een Nederlandse waterpoloër.
Eric Spithoven
Lees ook: