Precies een jaar geleden speelde Nomi Stomphorst met de Oranjedames de halve finale op het EK in Boedapest. De wereld zag er toen heel anders uit. Corona was nog een biertje en alleen mijn tandarts droeg een mondkapje. Een overwinning had - achteraf gezien - een ticket voor Tokio opgeleverd. Rusland zette de Oranjedames na strafworpen echter de voet dwars. Het was een van de mogelijkheden die Nederland de laatste jaren heeft gehad om zich te plaatsen voor de Olympische Spelen. Maar vanaf 2008 is dat niet meer gelukt. Nomi Stomphorst was er elke keer bij. Vanavond krijgt zij weer een kans. Misschien wel haar laatste.
Londen (2012) werd gemist door dwalende scheidsrechters. Rio (2016) bleef onbereikbaar doordat de ploeg bezweek onder de druk. Nu, ruim twaalf jaar na Peking, moet het gebeuren. Om 18 uur. Tegen Griekenland. Voor lege tribunes. Ik gun iedereen een goede afloop, maar Nomi Stomphorst nog wel het allermeest.
Ieder specialisme binnen de sport kent zo zijn mythes. De afdaling van Alberto Tomba, de service van Goran Ivanišević, het dansen van Ali. Als de specialismen in de sport in een vitrinekast opgesteld zouden staan, dan zou daar ook een glazen plankje vrijgemaakt moeten worden voor Nomi Stomphorst voor wie het woord gifkikker is uitgevonden. Nomi Stomphorst is de meest gedreven waterpoloster die de sport ooit heeft voortgebracht. Tania Di Mario, Maggie Steffens, Alexandra Asimaki… Ze verbleken tot dociele meisjes naast Nomi Stomphorst.
Nomi Stomphorst scoort geregeld, maar haar populariteit vloeit rechtstreeks voort uit haar spelstijl: als een bromvlieg zoemend over het veld, nooit opgevend, altijd tot het uiterste gaand, en er het liefst voorbij. Binnen Oranje kun je haar op sommige momenten het best omschrijven als een eenmans destructiebedrijf. Nomi Stomphorst, voor al uw hak- en zaagwerk. Deze pitbull uit Baarn geeft nooit op. En vanavond al helemaal niet!
Stomp en vlijmscherp. Met haar drift, hardheid en instelling leidt zij Griekenland over een paar uur naar de slachtbank. Dat kan niet anders.