Na een lange waterpolocarrière, waarbij de laatste jaren naast het spelen steeds vaker het coachen aan bod kwam, zal Mick van den Bree zijn activiteiten voortzetten als trainer/coach van het eerste damesteam van ZV de Zaan. Op zich geen verrassing nadat Van den Bree het afgelopen jaar al deel uitmaakte van de staf van de Zaanse dames, die na het hele seizoen de competitie geleid te hebben, uiteindelijk het landskampioenschap aan Polar Bears moesten laten.
“Ik heb vanaf de jeugd alle nationale selecties doorlopen, Ik heb gespeeld voor het nationale A-team, ik ben drie keer landskampioen geweest en topscorer van de Eredivisie. Het is mooi zo. Daarnaast heb ik een jonge dochter en een drukke baan. Na al die jaren maak je een afweging en het afgelopen jaar werd voor mij duidelijk waar mijn toekomst ligt”, aldus de 31-jarige Van den Bree.
Hans Stam en Ingrid Rempt-Leijendekker voerden namens de Topsportcommissie van De Zaan de gesprekken met Mick. Stam hierover: ”Gezien onze gezamenlijke ambitie was het voor ons snel duidelijk dat een eventuele opvolging zou beginnen bij Mick. We zijn dus enorm blij dat we samen met hem kunnen gaan bouwen aan de verdere toekomst van onze club en het Nederlandse waterpolo. Voor onze club ligt de basis bij een goede trainer en dat is in Nederland niet zo eenvoudig. Zeker niet iemand die ook nauw aansluit bij wat er internationaal vereist is.
“Als je de top wilt bereiken, internationals wilt maken, behouden en aantrekken dan ligt de lat hoog. Met eerder Johan Aantjes, Arjan Vos, Andreas Miralis en nu dus Mick van de Bree denken we dat te kunnen bereiken en behouden”, vult Rempt-Leijendekker aan. “We hebben een brede en sterke selectie nodig als we bijvoorbeeld Europa Cup willen spelen, wat uiteindelijk het doel moet zijn van iedere topclub in Nederland. Er lopen daarover al diverse gesprekken met spelers.”
Die ambitie is ook een vereiste van Van den Bree. “Als we met Nederland naar de volgende Olympische Spelen willen, moet er veel gebeuren. Bij onze club en bij de Bond. Onze jeugd zal de komende jaren een boost moeten krijgen om op een natuurlijke wijze beter aan te kunnen sluiten bij de nationale dames- en herenselecties. Ook de Bond zal een ander beleid moeten voeren. Ik wil daaraan bijdragen en de eerste gesprekken lopen al. Kijkend naar de jeugd zien we dat de landelijke C-competitie maar uit acht teams bestaat. Ik zal met Arno Havenga (manager waterpolo KNZB, red.) en andere clubs serieus gaan overleggen hoe we dat kunnen verbeteren. Een talentcentrum in Eindhoven is niet genoeg. Als het goed is staat er over twee jaar een nieuw en groot bad in Zaandam. Hoe mooi is het als we daar dan weer een Europese finale kunnen spelen!”
Bron: ZV De Zaan
