Peter Bookelman ‘klaar met KNZB’

KNZB, WK, Scheidsrechters
Peter Bookelman ‘klaar met KNZB’

Peter Bookelman is boos. Nou ja, boos… hij is woedend en eigenlijk is dat nog een understatement. De voormalige topscheidsrechter voelt zich naar eigen zeggen misleid door de top van de KNZB en dan met name oud-voorzitter Erik van Heijningen en algemeen directeur Jan Kossen. “Het is schandalig hoe zij met mensen omgaan die zich jarenlang met hart en ziel voor het Nederlandse waterpolo hebben ingezet. Ik had nooit gedacht dat ik dit nog eens zou zeggen na al die jaren: maar ik ben he-le-maal klaar met de KNZB.” 



Voor de oorsprong van de gemoedstoestand van Peter Bookelman moeten we terug naar het afgelopen WK in Boedapest. Bookelman, die zowel binnen het nationale als internationale waterpolo bekendstaat als een zeer integere persoonlijkheid die met ‘iedereen’ goed door de bocht kan, was daar aanwezig als lid van de Technical Water Polo Committee (TWPC) van de FINA. In een interview dat tijdens het WK op Waterpolo.nl verscheen, vertelde Bookelman meer over zijn werk als ‘delegate’ en ook dat hij goede hoop had dat hij enkele dagen later zou worden herkozen voor een nieuwe periode van vier jaar in de TWPC. Logisch, want ‘men’ was binnen de TWPC zeer tevreden over zijn functioneren en hij was immers de enige Nederlandse kandidaat. Althans, dat dacht Bookelman maandenlang…

“Ná de FINA Bureau Meeting, waarin de leden van de TWPC zijn benoemd, kreeg ik een WhatsApp-bericht van Erik van Heijningen dat het FINA-bestuur niet voor mij, maar voor Andy Hoepelman had gekozen. Pas op dat moment begreep ik dat de KNZB Hoepelman als tweede kandidaat moest hebben voorgedragen. Een WhatsApp…Ik heb me 45 jaar ingezet voor het Nederlandse waterpolo, liep daar in Boedapest elke dag Van Heijningen, Kossen en andere Nederlandse KNZB-bestuurders als Aschwin Lankwarden tegen het lijf. Iedereen wist blijkbaar dat dit zou gebeuren, want het was een bestuursbesluit van de KNZB, maar niemand had de moed om dit even persoonlijk tegen mij te vertellen. Niet vooraf en zelfs niet achteraf. Stijlloos is nog te zacht uitgedrukt. Ik zou het eerder achterbaks willen noemen…”

Bookelman vertelt verder: “Ik heb altijd mijn uiterste best gedaan om zo goed mogelijk de belangen van de KNZB en met name die van onze scheidsrechters en de nationale teams te behartigen. Ik heb direct betrokkenen altijd van alle ontwikkelingen op de hoogte gehouden. Zo heb ik de afgelopen jaren nauw contact onderhouden met de bondscoaches Arno Havenga en Robin van Galen over de op handen zijnde spelregelwijzigingen en hun mening meegenomen in de gesprekken die we binnen de TWPC hierover hebben gevoerd. En voor mijn rol als FINA-delegate bij de Nederlandse thuiswedstrijden in de World League heb ik alleen maar positieve feedback ontvangen van de staf van de Oranje-teams. Groot was dan ook mijn verbazing dat ik enige tijd later via-via te horen kreeg dat ‘de nationale teams ontevreden over mij waren’, als een van de redenen waarom de KNZB ook Andy Hoepelman had voorgedragen voor de TWPC. Ik heb dit uiteraard nagevraagd bij Robin en Arno, maar beiden hebben mij verzekerd en nogmaals bevestigd dat ze louter positief hebben bericht over mijn rol. Kortom: de goede naam van Arno en Robin is zonder hun medeweten misbruikt om mij zwart te maken.”

Fatsoen
Terug naar april 2017. Bookelman: “Ik heb toen een brief gekregen dat de KNZB mij zou voordragen voor een nieuwe plaats in de TWPC. Het was mij en ook bij de KNZB bekend dat normaliter slecht één persoon per land voor een FINA-Commissie wordt voorgedragen. Misschien was het procedureel wel mogelijk om meer kandidaten voor te dragen, maar dat was door de jaren heen hoogst ongebruikelijk. Sinds april ben ik dus altijd in de veronderstelling geweest dat ik de enige kandidaat zou zijn voor Nederland. Binnen de TWPC zelf was men ook met stomheid geslagen dat de KNZB tijdens de FINA Bureau Meeting vanuit het niets ineens met de naam van Hoepelman uit de hoge hoed kwam, zo heb ik later van meerdere mensen gehoord, onder meer van de nieuwe TWPC-voorzitter, de Spanjaard Lolo Ibern.” 

“Ook al zou er meer dan één persoon per land mogen worden voorgedragen, dan is het naar mijn mening nog steeds een norm van fatsoen om mij hierover vooraf te informeren. Hoepelman was van mijn kandidatuur immers wel op de hoogte, maar die heeft ook nooit iets tegen mij gezegd. Mogelijk had ik mij daar dan op voor kunnen bereiden, maar dan was het in ieder geval fair en met open vizier geweest. Een paar dagen vóór de verkiezingen kwam Erik van Heijningen op de tribune naast mij zitten en zei hij dat ik mij geen zorgen hoefde te maken. Erik ‘had de volledige controle’ en ‘ging het regelen’ zei hij tegen mij. Hier zijn ook getuigen van. En dan te bedenken dat de eerdere campagne van Erik om voorzitter van de LEN te worden, helemaal in het teken stond van ‘good governance’, ‘transparency’, 'integrity' en de strijd tegen hypocrisie…”, aldus Bookelman, die geen genoegen nam met de mededeling per WhatsApp en Van Heijningen direct telefonisch om opheldering vroeg.

“Erik had ‘weinig tijd’ en heeft mij in drie minuten niet kunnen overtuigen van de oprechtheid van de gang van zaken. Ondanks zijn belofte om mij later terug te bellen, heeft hij tot op de dag van vandaag die moeite nog niet genomen. Volgens Erik wilde ‘men’ bij het FINA-hoofdbestuur graag een ‘grote verandering’ binnen de TWPC en ‘afscheid van de oude garde’. Volgens hem zou tijdens de vergadering vanuit de ‘FINA Bureau Members’ plots de naam van Andy zijn genoemd. Ook dit is ronduit gelogen, want ik ben later door verschillende ‘Bureau Members’ in Boedapest aangesproken met stuk voor stuk hetzelfde verhaal: dat ze het bijzonder hadden betreurd dat de KNZB ineens met een tweede naam op de proppen kwam. Zij bevestigden mij dat het niet hún keuze was maar van de KNZB.”

“Ik heb werkelijk nog nooit een signaal ontvangen dat men bij de FINA ontevreden was over mijn werk. Integendeel, ik ben juist de afgelopen vier jaar met regelmaat gecomplimenteerd voor mijn inzet en verrichte werkzaamheden. Zo heb ik het afgelopen jaar als voorzitter mogen optreden van een werkgroep die de competitie-opzet van kwalificatietoernooien voor grote evenementen moest onderzoeken en ben door de TWPC uitgebreid gecomplimenteerd voor de wijze waarop ik dat gedaan heb en voor het rapport dat ik daarover heb uitgebracht. Nooit heb ik ook enige opmerking of klacht vanuit het management van de KNZB of rechtstreeks vanuit de technische of begeleidende staf ontvangen. Ik wil mezelf er niet voor op de borst slaan, maar ik heb er wel degelijk sterk aan bijgedragen dat Nederlandse scheidsrechters zijn aangewezen voor de finale van het WJK dames, het OKT in Gouda, bij de bronzen vrouwenwedstrijd in Rio en de WK-finale vrouwen in Boedapest.”

‘Pay back-time’
“Ik voel mij in deze kwestie bijzonder onfatsoenlijk en respectloos behandeld. Een aanbod van Erik om mij voor te dragen voor een nog te formeren en niet nader omschreven werk- of adviesgroep vind ik een belediging en beschouw ik als ‘doekje voor het bloeden’”, aldus een nog steeds withete Bookelman, die vermoedt dat Erik van Heijningen na zijn mislukte verkiezingscampagne om voorzitter van de LEN te worden beloftes heeft gedaan aan Andy Hoepelman. “Andy viel toen uit de LEN TWPC en ook alle andere Nederlanders die toen in LEN-commissies zaten, moesten plaats maken. Ik heb in de wandelgangen gehoord dat Erik en Jan Kossen in Boedapest de woorden ‘pay back-time’ hebben gebruikt. Kennelijk moest dat over mijn rug…” 

Na thuiskomst heeft Peter Bookelman zijn beklag gedaan bij de nieuwe KNZB-voorzitter Marius van Zeijts en Aschwin Lankwarden, bestuurslid waterpolo bij de KNZB. “Beiden verschuilen zich achter regels en procedures, ‘voor mijn tijd-afspraken’ en ‘kastje-naar-de-muur-antwoorden’ waar ik niks mee kan. Ze nemen in ieder geval géén verantwoordelijkheid en zijn ook niet van plan iets recht te zetten of terug te draaien. Van Jan Kossen heb ik na meer dan vijf weken een 4-regelige brief gehad met de mededeling dat de KNZB mij heeft voorgedragen, maar dat de FINA ‘helaas heeft besloten voor een andere kandidaat voor de TWPC te kiezen’. Dit staat lijnrecht tegenover de verklaring van Bureau Member en Waterpolo Liaison Kryukov, die mij heeft verteld dat het juist de KNZB – ik neem aan op voorspraak van Erik van Heijningen – was die de keuze voor Hoepelman heeft doorgedrukt. En het wijkt ook af van de lezing van Marius van Zeijts, die van Erik te horen heeft gekregen dat het ‘door mijn disfunctioneren bij de TWPC tijdens de Bureau Meeting noodzakelijk was om Hoepelman naar voren te schuiven’.”

“Van Marius heb ik onlangs nog een brief gekregen waarin hij verwijst naar een vergadering van het KNZB-bestuur op 6 april toen hij zelf nog geen voorzitter was en waar in mijn bijzijn gezegd zou zijn dat ook Andy Hoepelman als kandidaat naar voren zou worden geschoven door de TWPC. Op het gevaar dat we in een welles-nietes-discussie terecht komen durf ik met m’n hand op m’n hart te beweren dat dat pertinent niet waar is. Wel is door Erik aangegeven dat de KNZB voor zo veel mogelijk FINA-posities kandidaten zou aanleveren, maar niet dat er voor de TWPC twee kandidaten zouden worden aangemeld.”

“Ik had in maart al aan de KNZB gemeld beschikbaar te zijn voor een nieuwe periode, maar wilde na de vergadering van 6 april nogmaals duidelijk laten weten als kandidaat voorgedragen te willen worden. Daarop heb ik op 10 april een motivatiebrief naar Erik van Heijningen, Jan Kossen en Aschwin Lankwarden gestuurd. Kort na de bestuursvergadering waarin de kandidaatstellingen besloten zouden zijn, heb ik een brief van de KNZB ontvangen met de bevestiging: ‘We willen jou graag voordragen voor de FINA Technical Water Polo Committee.’ Nooit heb ik daarna ook maar enig ander stuk, signaal of indicatie ontvangen of gesprek gehad dat er mogelijk iets anders zou spelen of dat Hoepelman ook kandidaat was.”

“Laten we nooit meer zeggen dat wij in Nederland te netjes zijn voor schimmige politieke spelletjes en de sport laten prevaleren. Hier maken wij als Nederland in ieder geval geen goede sier en geen (betrouwbare) vrienden mee, zo heb ik uit alle internationale reacties wel begrepen. Ook al zou het allemaal volgens de regels zijn gegaan, dan nog is de handelswijze van de KNZB moreel volstrekt onacceptabel voor mij. Ik hoop niet dat dit verhaal wordt uitgelegd als een grote klaagzang van iemand die gefrustreerd is dat-ie niet gekozen is. Het gaat mij ook niet om de ‘eer’ of de ‘buitenlandse reisjes’. Ik vond en vind het vooral leuk om mijn kennis, ervaring en contacten in te blijven zetten voor onze geliefde waterpolosport en heb in m’n leven genoeg gereisd… Mensen die mij goed kennen, weten dat er heel wat voor nodig is om mij zo boos te krijgen als ik nu ben. Dat ik met mijn verhaal naar buiten treed, doe ik dan ook vooral om anderen te waarschuwen voor hoe men bij de KNZB met mensen omgaat.”

Bijval
Bij een rondje langs de velden ontmoet ManMeer! veel bijval voor de aimabele oud-scheidsrechter die in Sydney 2000 de Olympische mannenfinale tot een goed einde leidde. De huidige internationale scheidsrechters zijn overigens niet zozeer ‘tegen’ de verkiezing van Andy Hoepelman (“Hij heeft binnen de LEN TWPC destijds ook veel voor ons betekend, dus hopelijk gaat hij dat nu ook bij de FINA doen!”), maar begrijpen volledig dat Bookelman boos is over de handelswijze van de KNZB-top. Ook Henk van den Berg, voorzitter van de Taakgroep Scheidsrechters en lid van de Landelijke Scheidsrechters Commissie, en oud-toparbiters als Hans Klopper en Gert Nonnekes nemen het voor Bookelman op en spreken op social media schande over de gang van zaken.

Hans Klopper: “Ik vind het ronduit schandalig hoe Peter Bookelman door de KNZB is ‘gepiepeld’. Bookelman vervulde zijn functie binnen de TWPC met verve en is ook in Nederland al jaren actief als rapporteur, beoordelaar en delegate om zijn kennis en ervaring over te dragen op jonge, talentvolle scheidsrechters. Ik misgun Hoepelman niets, maar in dit geval had de KNZB Bookelman moeten steunen vind ik. Er wordt veel tijd en geld gestoken in het invullen van bestuurlijke posities bij LEN en FINA. Ik vind het onverteerbaar dat dit nu ten koste gaat van een integer mens, met grote expertise  op het gebied van spelregels en opleiding.”

Henk van den Berg is het eens met Klopper. “Bookelman was een prima vertegenwoordiger in de FINA voor onze belangen en dat moeten we nu maar weer afwachten. Het was in mijn ogen heel logisch geweest als hij nog een termijn had kunnen volmaken. Helaas zijn er ook andere circuits actief die schijnbaar vanuit hele andere belangen opereren en waar ik op voorhand al mijn twijfels over heb of dit in het belang is van onze Nederlandse arbiters. Zeker als daar gedachten als ‘pay back-time’ aan ten grondslag liggen.”

In het kader van hoor en wederhoor hebben we uiteraard ook Erik van Heijningen en de huidige KNZB-voorzitter Marius van Zeijts en KNZB-directeur Jan Kossen om een reactie op de uitlatingen van Peter Bookelman gevraagd.

Reactie KNZB bestuur
"Allereerst, we begrijpen Peter zijn teleurstelling en twijfelen niet aan zijn deskundigheid en integriteit. Internationale functies worden echter niet alleen vergeven op basis van deskundigheid en integriteit, maar vooral ook op politieke gronden.

Functies in een commissie als de TWPC worden niet verkozen, maar vinden plaats door benoeming. Deze benoemingen vinden plaats in de eerste FINA bestuursvergadering, meestal een paar dagen na de 4 jaarlijkse FINA verkiezing. In deze vergadering wordt aan het Fina bestuur (waar namens Nederland Erik van Heijningen in zit) een lijst van kandidaten gepresenteerd, die meestal unaniem wordt aangenomen. De voorbereiding hiervoor vindt plaats onder coördinatie van de FINA directeur. Ieder land probeert in aanloop naar deze vergadering zo veel mogelijk invloed uit te oefenen. Er zijn geen rechten (aantal plaatsen per continent, plaatsen per land), er wordt gekozen uit voorgedragen kandidaten. Een land mag net zoveel kandidaten voordragen als het wil.

Tijdens de LEN verkiezingen in 2016 verloor Nederland veel posities. Nederland had nog al openlijk oppositie gevoerd tegen de zittende LEN voorzitter. Voor de FINA verkiezingen is de weg van stille diplomatie gekozen en met succes. Het aantal posities ten opzichte van de voorgaande periode is groter geworden en belangrijke plaatsen zijn behouden, waaronder een plek binnen de TWPC. Om dat te bereiken heeft het KNZB bestuur in 3 vergaderingen toegewerkt naar een uiteindelijke kandidatenlijst. Op 6 april is die strategie binnen de werkgroep Internationale zaken besproken. Peter was daarbij. Voor Waterpolo zijn 2 kandidaten gesteld. Eén voor behoud (Peter Bookelman) en één voor ontwikkeling. (Andy Hoepelman). Alle kandidaten hebben persoonlijk een formulier in gevuld ter onderbouwing van hun kandidatuur.

In aanloop naar het FINA congres trok Europa fel van leer tegen de voorgenomen waterpolo regelwijziging. Dat was op zich vreemd, omdat Europa bij monde van Gianny Lonzi (voorzitter TWPC) en Dimitris Diathesopoulos (liaison vanuit het FINA bestuur) een nadrukkelijke rol had gespeeld in die verandering. Uiteindelijk heeft het FINA bestuur kort voor het congres alle regelwijzigingen ingetrokken. Na het congres heeft het FINA bestuur de TWPC zo hervormd, dat het er nu wel een vruchtbare bodem voor verandering en vernieuwing is. In die discussie heeft Peter plaats moeten maken. Als Nederland geen 2e kandidaat had gehad was Nederland nu niet meer in de commissie vertegenwoordigd. Van de 14 posities waar Nederland kandidaten voor heeft voorgedragen zijn er 6  gehonoreerd. (In 2006 hadden we 1 positie, de open water commissie).  Daarmee kunnen we tevreden zijn.

Nogmaals, we vinden het erg vervelend voor Peter. Het internationale speelveld heeft zo zijn eigen regels, normen en waarden en processen. Daar moet je je bewust van zijn als je daarin toetreedt. Ook is in de vroege ochtend voor de verkiezingen Frans van de Konijnenburg uit het lijstje geschrapt voor de Diving commissie. Net als bij Peter is er ook geen twijfel aan de deskundigheid van Frans. Voor Peter, maar ook voor Frans, doen we ons uiterste best een alternatieve functie te vinden."

Verklaring Erik van Heijningen, FINA Bureaumember
"De KNZB heeft al jaren lang regelmatig overleg met de internationale vertegenwoordigers. Een ieder is zich er vanuit ervaring van bewust dat de processen in internationale sportorganisaties complex zijn. Voor deze FINA-verkiezingen heeft KNZB-bestuur bewust gekozen voor een lange lijst van kandidaten, voor zoveel mogelijk commissies. Daarmee hebben wij geprobeerd om onze kansen te vergroten.

Ruim voor de verkiezingen bestond al veel discussie over de stand van zaken in het waterpolo. Er was alom veel kritiek dat er nog geen koers was bepaald in de discussie over Innovatie en verandering, ondanks het congres in Cancun (Mexico) in 2014.

In Boedapest is van diverse kanten, waaronder Nederland, gepleit voor een speciale commissie naast de TWPC. Deze commissie zou het transformatieproces in het waterpolo actief gaan leiden. Daarvoor is uiteindelijk niet gekozen. Helaas. In onze optiek zouden beide kandidaten Peter Bookelman en Andy Hoepelman hierin hun eigen rol kunnen spelen.

Pas kort voor de FINA Bureaumeeting waarin het besluit over de commissies zou vallen, kwamen er tal van aanwijzingen dat het bestuur zou kiezen voor een drastisch gewijzigde TWPC, onder nieuw leiderschap en met tevens verantwoordelijkheid voor het transformatieproces. Daarbij werd ook nog eens duidelijk dat Europa maar 5 plaatsen mocht invullen, minder dan in voorgaande jaren. Onder die omstandigheden heb ik vlak voor die FINA Bureaumeeting bij enkele betrokkenen het signaal afgegeven, dat Andy Hoepelman beter gekwalificeerd zou zijn om een actieve bijdrage te verlenen aan het noodzakelijke veranderingsproces. Niets ten nadele van de rol van Peter Bookelman als TWPC-lid tot zover, maar een inschatting over de kans dat een Nederlander in de commissie zou worden toegelaten alsmede een beoordeling wie die specifieke rol het best zou kunnen invullen.

Ik herken mij niet in de beschuldigingen die Peter Bookelman publiekelijk uit. Na de ongelooflijke hectiek in Boedapest zou ik het gesprek met hem later in Nederland  vanzelfsprekend zijn aangegaan. Ik zou graag het proces nog eens hebben uitgelegd. Ik heb al actief gepleit voor een rol voor Peter in het internationale waterpolo. Maar als hij direct na Boedapest in de wandelgangen en publiekelijk kritiek en beschuldigingen uit en bovendien formele brieven aan het KNZB-bestuur zendt, dan acht ik zo’n gesprek niet opportuun. Ik vind de teleurstelling van Peter begrijpelijk, maar ik had van hem verwacht dat hij zou meedenken met het vinden van een nieuwe rol in de internationale en Europese waterpolowereld. Het moet toch duidelijk zijn hoe complex dit soort processen zijn."

Foto: Beeldboot / Gertjan Kooij

Lees ook

Wil jij een essentiële rol spelen in de organisatie van de Nederlandse waterpolocompetitie? Dit is je kans! De Waterpolo…