Een klein jaar geleden vertrok Ton Kloosterman naar Glasgow om hoofdcoach te worden aan de Schotse University of Strathclyde. De oud-trainer van Alkemade, ZVL, WZC, BZ&PC en ZV Haerlem en organisator van waterpolokampen heeft inmiddels z’n weg gevonden. “Niet alles is hier zo goed geregeld als in Nederland, dus er wordt een flink beroep gedaan op het improvisatievermogen.”
Ton Kloosterman wist wat functie inhield, maar wist alleen niet hoe het zou uitpakken toen hij afgelopen februari naar Schotland ging . Het viel voor hem immers nergens aan te staven en online was vooraf ook niet veel te vinden. Inmiddels is hij goed ingeburgerd, krijgt hij een steeds beter beeld van de staat van het Schotse polo en voelt hij zich helemaal op z’n gemak in Glasgow.
Dat comfortabele gevoel had Ton niet direct natuurlijk. “Alles was anders voor me. Het rijden aan de andere kant van de weg, de taal - want Schots verschilt heel erg van het nette Engels - en zelfs de deur openen moet hier andersom. In het begin was alles spannend. Zo bleek de dienstregeling van de metro op zondag tot 18.00 uur. Lastig als je training tot 18.30 uur duurt. Maar ik geef niet snel op en heb geleerd nog meer te improviseren.”
Waterpolo als ontwikkelsport
Dat het werk veelomvattend is, is nu wel duidelijk voor Ton. “De hoofdtaak is het ontwikkelen van de trainingsprogramma’s en de coaching van de teams van de universiteit. Er is daar een damesteam en een herenteam. Ik werk samen met drie lokale verenigingen en de Schotse zwembond. Waterpolo staat hier echt nog in de kinderschoenen. Het is een zogenaamde ontwikkelsport. Er zijn op dit moment 33 teams. Zeven mannen- en vier vrouwenteams. Daarnaast nog wat jeugdteams van spelers tot 19, 17 en 15 jaar.”
Naast de hoofdtaak heeft Ton ook een ‘rode draad’ in alles wat hij doet. “We hebben meer spelers en speelsters nodig. Je mag in Schotland voor twee clubs uitkomen als die niet in dezelfde competitie spelen. Dat heeft natuurlijk voor- en nadelen, maar het is nou eenmaal de situatie zoals die is op dit moment.” Wat geen zin heeft, is het ‘Nederlandse model’ toe te passen. “De infrastructuur is totaal anders hier. Er zijn gewoonweg te weinig spelers. Bij toernooien zie je dat die worden rond geschoven tussen de teams.”
Sociale insteek
De ledenwerving is dus een aandachtspunt. Daar zijn volgens Ton een aantal methodes voor. “We moeten promotie maken bij de jongeren. We richten ons op de groep die moet gaan kiezen naar welke universiteit ze gaan. Dat is voor mij m’n grootste werkgever dus is het logisch om ons daarop primair te focussen.” Maar ook gestopte sporters behoren tot de doelgroep. “De wens is dat ze kiezen voor waterpolo met een sociale insteek. Recreatie in plaats van prestatie. Als dat lukt heb ik twee teams en dat is een vurige wens van me.” Tot slot zijn er de wedstrijdzwemmers. “Het zwemmen is een grote sport. Voor waterpolo is het aanpakken, maar wie weet weten we wat zwemmers te verleiden een keertje mee te spelen.”
Het pionieren gaat Ton goed af. Zijn grote passie is het werken met een ploeg en zelf aan de badrand staan. “Daar kwam ik tijdens de coronapandemie achter. Training geven en coachen is echt het leukste. Hier in Schotland heb ik ook zitting in allerlei overlegstructuren. Je hebt die mensen nodig om je doel te bereiken en het draagt bij aan ontwikkelingen op allerlei vlakken. Ook bestuurlijk. De City of Glasgow Swimclub is de grootste vereniging met driehonderd leden. Niet alleen in Schotland. In heel Groot-Brittannië. Er is zelfs een ledenstop en er vindt selectie op kwaliteit plaats. Sommige leden kwamen zelfs op de grote toernooien als EK, WK of Olympische Spelen in actie. De afvallers bij het wedstrijdzwemmen proberen we richting het waterpolo te krijgen.”
Waterpolokampen
Voor Ton is niet alles nieuw in Schotland. ‘Zijn’ waterpolokampen neemt hij mee. “De eerste keer hebben we inmiddels gehad. Het was een groot succes en zeker voor herhaling vatbaar. Maar er komen ook verzoeken vanuit hier om naar Nederland te gaan. Daarin speel ik natuurlijk graag een rol. Dus als clubs interesse hebben om Schotse teams te ontvangen, kan je me dat laten weten.”
Ondanks de geringe omvang in het vrijwilligerskorps, ziet Ton genoeg passie en gedrevenheid bij de Schotten waar hij mee werkt. “Ze doen heel veel verschillende dingen voor de club. Op het ene moment zijn ze jurylid en de andere keer spelen ze waterpolo of staan ze te coachen. Ze nemen vakantiedagen op om toernooien te spelen in Ter Apel of IJsland. Daar begeleiden ze dan weer zo’n groep. Nier alles is hier zo goed geregeld als in Nederland, dus er wordt een flink beroep gedaan op het improvisatievermogen."
Elastiekje
Schotland blijft een groot avontuur voor Ton. “Er waren bij mij een hoop vragen en die zijn er nog steeds. Vergelijk het met een elastiekje waar je aan trekt. Doe je dat te hard, dan breekt-ie. Dus bouw de spanning langzaam op. Dan gaat het goed. Voor mij komen er steeds meer antwoorden.”
Aan toeristische attracties geen gebrek. “Ik ben al met de Harry Potter trein geweest. Over het Glenfinnan viaduct dwars door de Highlands. Maar er is nog zoveel moois hier. Alles heeft tijd nodig. Ik moet ook reëel blijven, want ik ben hier nog niet eens een jaar. Laat ik februari 2024 maar eens een keertje echt terugkijken. Dan heb ik pas, denk ik, een goed totaalbeeld. Voorlopig blijf ik hier nog wel even. M’n leven is in Schotland.”
Tekst: Marcel Tabbers
Dit artikel stond eerder in ManMeer! Lid worden? Klik HIER.