De digitale media worden momenteel overstelpt met adviezen en meningen over de voorgenomen spelregelwijzingen door de FINA, die voorafgaand aan het WK in Boedapest besproken gaan worden. Al na het zien van de Final Six van de Champions League in 2015, schreef ik een item over de status van het waterpolo. De inhoud stemde ik af met drievoudig Olympiër (en net als ik bronzen medaille winnaar) Nico Landeweerd en met Gianni Lonzi. Daarna werd het gepubliceerd op Waterpolo.nl en in ManMeer! U vindt die tekst voor de volledigheid in het eerste deel van dit stuk. We moeten op onze hoede zijn, het waterpolo bevindt zich nog steeds midden in een crisis. Daarover gaat het tweede deel van dit stuk.
Foto: Johan Opperman
In 2015
Tijdens de Final Six van de Champions League, won Pro Recco (Italië) na winst op Promorje Rijeka (Kroatië). Maar het gesprek ging gek genoeg niet over de acties in deze topwedstrijd, maar over het gebrek aan spektakel en over het feit dat CN Barceloneta (Spanje), een team met snelle, kleine mannen, wèl spektakel bood en gelukkig derde werd (een verrassing omdat ze tijdens de voorronden matig hadden gepresteerd).
Wat is het geval? Het waterpolo wordt momenteel gedomineerd door zeer goed getrainde professionals met een perfecte techniek, die de nu geldende systemen (zone, man-meer, blokken) tot in de puntjes beheersen. Het doel is om de bal aan te spelen aan de, met de midachter vechtende midvoor, wat onherroepelijk leidt tot een uitsluiting van de midachter en een man-meer situatie die bij de topteams in 50% van de keren uitmondt in een doelpunt. De kenner geniet van de snelle passes, en de zeer goed uitgevoerde systemen en fraaie schoten, maar voor de niet met waterpolo opgegroeide fan is dit type spel weinig enerverend.
Op de tribunes tijdens deze finale van de Champions League, zaten ongeveer 1500 kenners, terwijl buiten het stadion 50.000 met de voetbalclub Athletico Bilboa meegereisde fans zich opmaakten voor de finale van de Spaanse beker en geëntertaind werden met muziek, show en op tv scherm vertoonde mooie acties van hun idolen. In het voetbal zijn, Messi, Ronaldo en dichter bij huis lichtvoetige spelers als Boetius, ware helden. Een vergelijkbare topper in de Champions League hebben we in Barcelona gezien in de persoon van, de 29-jarige Felipe Perone, slechts 1.83m lang, die met buitengewoon fraaie acties en breaks het publiek (ook de niet kenner) in vervoering bracht en zijn tegenstanders, gewend aan spelers die volgens de nu vigerende systemen spelen, het nakijken gaf. Alle jongeren op de tribune wilden een selfie met deze waterpolotopper die terecht werd gekozen tot de beste speler van het toernooi.
In 2014 werd in Cancun (Mexico) een congres gehouden, met als doel het waterpolo, aantrekkelijker te maken voor een breder publiek. Onze (toenmalige, red.) voorzitter, Erik van Heijningen, hield daar een gepassioneerd betoog voor snel waterpolo. Er wordt momenteel een proef gehouden met de voorgestelde regelwijzigingen: een kleinere bal, kleiner veld en 1 veldspeler minder. De eerste ervaringen zijn echter teleurstellend. Er wordt gespeeld met drie midvoors op een rij, wat het spel juist passiever maakt. Van afstand wordt niet meer geschoten, omdat een uitsluiting in 80% van de gevallen leidt tot een doelpunt (in tegenstelling tot een afstandsschot). En breaks zijn niet meer nodig omdat je toch snel genoeg aan de overkant bent op dit kleine veld.
Onze mening is dat onze trainers het snelle en beweeglijke Spaanse spel moeten stimuleren en de scheidsrechters fraaie acties moeten belonen. Een wedstrijd moet voor, tijdens en na het spel worden tot een beleving waarbij elektronica, net als bij basketbal, een rol moet gaan spelen. Iedereen weet dat als waterpolo niet tot de ‘aquatics groep’ zou hebben behoord we al lang onze plek op de Olympische Spelen zouden hebben verloren aan moderne ‘spektakelsporten’. Tijd voor actie! Maak van onze sport - in en buiten het water - een spektakel, een beleving waar jong en oud, kenner en niet kenner graag naar toe gaat voor een ‘avondje waterpolo’, met ‘meet and greets’ met de toppers, herhalingen van mooie acties op een scherm en spelers die met mooie acties buiten de gebaande paden treden en het publiek op de tribune krijgen! Hier ligt een taak voor bestuurders, trainers, spelers en scheidsrechters.
Andy Hoepelman, Nico Landeweerd en Gianni Lonzi (chairmen of FINA en LEN TWPC)
Terug naar het heden
Het klopt dat de voorgestelde regelwijzigingen een enorme impact zullen hebben, maar bedenk dat er veel op het spel staat.
Op 9 juni 2017 schreef Christophe de Kepper, directeur-generaal van het IOC, een brief aan de FINA bij het definitieve evenementenprogramma voor Tokio 2020. Het IOC maakte eindelijk een einde aan de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in het waterpolo en besloot het aantal deelnemende vrouwenploegen te verhogen van acht naar tien. Tegelijkertijd werd besloten het aantal spelers per team te verminderen tot elf.
Als Nederlander ben ik blij met de beslissing om het aantal vrouwenteams te verhogen en als wereldburger ben ik blij dat er meer gelijkheid is tussen mannen en vrouwen (er zijn nog altijd 132 mannen tegenover slechts 110 vrouwelijke spelers).
Een andere oplossing zou zijn geweest om het aantal mannenteams te laten afnemen naar acht. Dat zou een vermindering van 53 spelers betekenen en een grote stap in de verkeerde richting voor het waterpolo naar mijn mening.
De waterpologemeenschap zou de genomen beslissing daarom moeten steunen in plaats van tegenwerken. Tegenwerking zou naar mijn mening verwoestende gevolgen kunnen hebben voor waterpolo op toekomstige Olympische Spelen.
We moeten beseffen dat er in Tokio vijftien nieuwe sporten en disciplines zijn en dat het doel van het IOC is om het aantal deelnemers van Rio 11.237 tot 10.500 in Tokio te laten afnemen. Het is dus beter om de gekozen insteek als feit te beschouwen en nu vooral met elkaar vooruit te kijken.
Als medisch arts en voormalig hoofd van de afdeling interne geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, ben ik het ermee eens dat het spelen met elf spelers meer zal vragen van een atletenlichaam en kan leiden tot meer blessures.
De vraag is nu, rekening houdend met mijn eerdere bezorgdheid over de richting van ons spel en het nieuwe feit dat we bij de Olympische Spelen zullen spelen met elf spelers: hoe gaan we verder?
Blijven discussiëren en verder niets doen is niet effectief en bovendien gevaarlijk. Na de conferentie van Cancun en al het werk van de FINA TWPC sindsdien (onder leiding van Gianni Lonzi), moeten we verder gaan met deze nieuwe regels. De TWPC, met veel waterpolo-experts in z’n midden, heeft voor deze weg gekozen. Tuurlijk, er zijn veel wegen die naar Rome leiden, maar voor dit moment hebben we het ermee te doen.
Is de nieuwe insteek logisch en verdedigbaar? Ja, veel mensen denken dat anders de FINA TWPC hier niet voor had gekozen.
Zijn we 100% zeker? Nee, maar dat zullen we nooit zijn. De wereld verwacht dat de FINA stappen voorwaarts zet met waterpolo. Ik vind dat we deze voorstellen moeten accepteren, waarbij een goed evaluatieproces passend binnen de Olympische cyclus en internationale wedstrijden niet mag ontbreken. In de komende vier jaar moet de FINA alle belanghebbenden (Bureau- en TWPC-leden, atleten, scheidsrechters, sponsors, media en coaches) op vooraf vastgestelde momenten betrekken om indien nodig tot nog betere besluiten en aanpassingen te komen.
We moeten ons realiseren dat alle sporten onder druk van het grote publiek en de media snel veranderen en het publiek (en uiteindelijk ook het IOC) onze sport snel z’n rug toekeert als we het niet snel, sexy en spectaculair weten te maken.
Andy IM Hoepelman,
Hoogleraar Interne Geneeskunde en Infectieziekten
Waterpoloër sinds 1963, 250 interlands, bronzen medaillewinnaar in Montreal (1976) en meervoudig Europees en wereldkampioen bij de Masters.
Internationaal scheidsrechter van 1985 tot 1995
Lid van de LEN TWPC van 2012-2016