Tijdens het Veenendaalse sportgala is Harry van der Meer zaterdagavond verkozen tot coach van het jaar. Na twee jaar corona werden de prijzen weer uitgereikt in een volle theaterzaal. De bondscoach van de waterpolomannen kreeg de prijs vanwege de ontwikkeling die Oranje heeft doorgemaakt de afgelopen jaren.
De Veenendaler is sinds 2019 bondscoach en verantwoordelijk voor alle selectiegroepen. Zijn eerste wapenfeit was de vijftiende plaats op het EK in Boedapest (2020). Op het Olympisch Kwalificatietoernooi in Rotterdam greep zijn ploeg met een vijfde plaats net naast een ticket voor de Olympische Spelen van Tokio. Op het EK in 2022 in het Kroatische Split werd de elfde plek bemachtigd, “hoewel we heel dicht bij een plek bij de eerste acht waren,” aldus Van der Meer, die nu vijf jaar in dienst is van de KNZB. Hij begon bij de zwembond als assistent-bondscoach bij Robin van Galen. Toen kreeg hij ook de zeggenschap over de jeugdploegen. Zijn eerste stappen als trainer zette Van der Meer in Italië (2014, Piacenza Pallanuoto), het land waar hij jarenlang actief was als speler.
De doelen voor 2023 zijn helder. Van der Meer: “In oktober is er weer een EK, in het Israëlische Tel Aviv. Wij moeten ons daarvoor via een kwalificatietoernooi plaatsen. Het zou mooi zijn als dat kwalificatietoernooi in Nederland kan worden gehouden. Op het EK willen we ons plaatsen voor het WK in 2024, dat de laatste kwalificatiemogelijkheid biedt op de Olympische Spelen in Parijs.”