Budapest Today (1 t/m 8)

WK
Budapest Today (1 t/m 8)

Het Fina Wereld Kampioenschap wordt om het jaar gehouden. Van alle zwemdisciplines (Zwemmen, Open Water, Synchroon, Schoonspringen en Waterpolo) is er een kampioenschap. Dit jaar is het WK in Hongarije. Voornamelijk in de hoofdstad Boedapest, het Open Water zwemmen is buiten de stad, op het Balatonmeer. Waterpolo.nl volgt natuurlijk het waterpolotoernooi en in het bijzonder die verrichtingen van de Nederlandse waterpolodames. In Budapest Today worden opvallende zaken verder uitgelicht.

Budapest Today 1

Het Alfred Hajos stadionHet Alfred Hajos stadion

Vrijwilligers en medewerkers

Bij dit WK zijn honderden, zo niet duizenden vrijwilligers en medewerkers actief. In de hele stad kom je de herkenbaar en uniform geklede mensen met een accreditatie om hun nek tegen. Maar ook rondom en in de stadions zijn er velen actief. Je zou er met gemak een tribunevak mee kunnen vullen. Voor elke denkbare taak is er minimaal één.

Waterpolo.nl heeft op de perstribune een mooie aangewezen plek, met prima werkende voorzieningen. Eén rij boven onze plek, op de hoogste rij van dit deel van het stadion, zitten anders dan gebruikelijk de DJ’s en de omroepers. De jongens met de microfoon verzorgen het commentaar in het stadion. Het omroepersteam bestaat uit vier mannen. Twee Hongaren en twee Engelstaligen. Per wedstrijd is een duo actief, een Hongaar samen met een Amerikaan of een Australiër. Waterpolo.nl sprak met de uit Sydney afkomstige Kurt Hanson (35).

Australische stadion commentator Kurt Hanson in actie
Australische stadion commentator Kurt Hanson in actie. Foto: @FinaWorlds2017 | Derencsényi István

Vertel Kurt. Hoe ben je hier terecht gekomen?

“Samen met mijn buddy en mentor Michael Westdorp doen wij het waterpolocommentaar in Australië en bij grote internationale toernooien. Michael, of eigenlijk Westie, is echt een autoriteit op het gebied van het Australische polo. Hij is de voice of Australian Water Polo. Hij was bijvoorbeeld ook op de Olympische Spelen in Rio. In mijn tienerjaren heeft Westie mij in aanraking gebracht met het polo. Ik raakte verslaafd aan het spel en de cultuur van de sport. Nadat ik eerst zelf gespeeld heb, ben ik tien jaar geleden sportcommentator geworden. Ik doe ook verslag van andere zwemdisciplines; lange baan zwemmen en het schoonspringen. Westie zou in eerste instantie hier in Boedapest zijn om verslag te doen, maar vanwege omstandigheden bij hem thuis werd ik gevraagd. Ik heb mijn vakantie in Spanje afgebroken en ben super enthousiast hier naartoe gekomen. Als je net als ik van waterpolo houdt, moet je hier gewoon bij zijn. Dit is niet te vergelijken met andere polotoernooien. Op het Margaretha Eiland in het legendarische Alfred Hajos bad, beter ga ik het niet meer meemaken, denk ik. Het Wimbledon van het waterpolo.”

Hoe vind je het hier?

“Heel gaaf! De sfeer in het stadion is echt met niets te vergelijken. Nu spelen de mannen van Hongarije tegen Australië. Het organiserende thuisland tegen mijn land. Mijn Amerikaanse collega Keith doet nu het wedstrijdcommentaar. Ik ga zo samen met een Hongaarse collega-omroeper de tribunes op om tijdens de lange rust een item te maken. Een cameraploeg maakt daar beeld van dat weer verschijnt op de grote schermen in het stadion. Dan verdwijn ik even uit de anonimiteit, hoog boven in het stadion, naar midden in de spotlights. Meestal zitten we naast de jury langs de badrand. Het is voor mij voor het eerst dat we met ons team nu bovenin zitten. Het heeft wel wat. Ik ga nog twee weken genieten, al zijn het lange dagen. Met z'n vieren doen we alle wedstrijden, het hele toernooi lang. Maar ik vind het hier awesome mate!”

Hongaarse fans tijdens de wedstrijd tegen AustraliëHongaarse fans tijdens de wedstrijd tegen Australië. Foto: @FinaWorlds2017 | Derencsényi István

 

Budapest Today 2: Door de ogen van de debutant

Het liep tegen acht uur in Boedapest, affiche van de avond: Nederland – Hongarije. In tegenstelling tot andere zwembaden, waar het publiek vlak voor het voorstellen binnenstroomt, zit het Alfred Hajos zwembad al ruim voor aanvang stampensvol. De Hongaarse tifosi roeren zich en de toch al hoge temperatuur wordt nog wat verder opgestookt.

Het lawaai is oorverdovend wanneer beide ploegen het bad betreden. Nederland, spelend in de witte caps, betreedt de arena als eerste. Te midden van de inmiddels ervaren equipe bevinden zich twee debutanten: Kitty Lynn Joustra en Ilse Koolhaas. Een half jaar geleden speelden ze nog op het WJK in Nieuw-Zeeland, even daarvoor veroverden ze de Europese jeugdtitel in eigen land. Hier in Boedapest acteren ze op het allerhoogste niveau.

ger17072010247-1.jpg
Foto: Kitty Lynn Joustra in de clinch op de midvoorpositie

Al in de eerste periode mag Kitty Lynn Joustra de midvoorpositie bemannen. Worstelend met Orsolya Takács. Dat zijn een wereldtitel, een Europese titel, nog een lading bronzen medailles op eindtoernooien en twee Hongaarse clubkampioenschappen tegenover een Nederlandse titel met ZVL en goud op een jeugd-EK. Het gaat hard tegen hard, ze knokt, ze vecht en zowaar komt ze ervoor te liggen. De bal komt en in een mum van tijd duiken er drie Hongaarsen bovenop. Midvooractie afgestopt en voorbij is de aanval. Het optreden blijft die avond beperkt tot vier minuten. Na afloop glundert ze. Balend van het verlies, maar in de wetenschap dat dit de grootste wedstrijd uit haar tot dusverre jonge carrière was. “De duels waren zwaar, maar je speelt wel in dit land, met deze sfeer. Dat is enorm gaaf.”

Ze voorziet dit toernooi nog geen grote rol voor haarzelf. “Als ik erin kom probeer ik zoveel mogelijk minuten te pakken en keihard m’n best te doen op de midvoor.” Het advies was voor de wedstrijd vooral om te genieten, om de ambiance in je voordeel te laten werken. “Het bad blijft even groot als anders en het spelletje hetzelfde. Tijdens de opkomst voel je kippenvel. Al juichen alle mensen voor Hongarije, het brengt heel veel sfeer met zich mee.”

Als een volleerd routinier weet ze dat het toernooi nog lang niet gespeeld is. “Dit is pas de poulefase. Het is niet dat we nu de finale hebben verloren. We hebben nog alle kansen om verder in het toernooi te komen.” Zaterdag wacht Rusland. De midachter dan: Maria Borisova.

 

Budapest Today 3: De enige vrouwelijke coach

Druk gebarend stuurt ze haar team aan. De Britse Angela Winstanley is de coach van de vrouwen van Nieuw-Zeeland. De enige vrouwelijke hoofdcoach op dit WK. Waterpolo.nl sprak met haar.

Hoe ben je in Nieuw-Zeeland terecht gekomen? 
Nadat we ons met Groot-Brittannië niet hadden geplaatst voor Rio, besloot ik om te stoppen. Ik ben 31 en dan is het wel mooi geweest. Ik ben heel blij dat ik er in Londen wel bij was op de Olympische Spelen. Toen ik stopte, kreeg ik een baan in het onderwijs aangeboden in Nieuw-Zeeland. Dat leek me een mooi avontuur. Ik ben daar nu lerares. Eelco Uri (oud-Oranjespeler en tegenwoordig Operations Director bij de Nieuw-Zeelandse zwembond, red.) vroeg of ik coach wilde worden van het damesteam. 

Hoe bevalt het? 
Ik had nog weinig coachervaring, maar het is enorm leuk om te doen. Ik doe het nu ruim een jaar en het bevalt goed. Gaaf om te zien dat we stappen maken als team. We hebben het te doen met heel weinig middelen. De speelsters hebben er gewoon een baan naast. Sommigen staan om 5 uur op om het te kunnen combineren met waterpolo. We trainen vier keer in de week, vergeleken met veel andere landen op dit WK is dat natuurlijk helemaal niks. Het kost de spelers ook veel geld. Elke speler heeft €2.000 moeten bijdragen om aan dit WK deel te nemen. Ik klaag niet, want we maken mooie dingen mee, maar het zegt iets over de intrinsieke motivatie van mijn spelers.   

Waarom zijn er niet meer vrouwelijke coaches op dit WK?
Zo had ik er nog niet over nagedacht. Ik denk dat sport over het algemeen toch een mannenbolwerk is. Dat zie je ook bij het EK vrouwenvoetbal dat nu in jullie land plaatsvindt. Ook daar zijn maar heel weinig vrouwelijke coaches. Ik vind het tof dat Nieuw-Zeeland me deze kans geeft. Of het een voordeel is om als vrouw langs de kant te staan bij een damesteam? Misschien wel, ik begrijp wellicht net wat beter wat er in die koppies omgaat. Maar eigenlijk vind ik dat het niet uit zou moeten maken.    

Wat verwacht je van het toernooi?
We zijn derde geworden in de poule. We hebben gewonnen van Zuid-Afrika (8-6) en verloren van Spanje (2-10) en Amerika (7-22). Tegen Amerika was de uitslag groot, maar we zijn blijven vechten. Daardoor kan ik alleen maar trots zijn op het team. Amerika is voor mij samen met Hongarije en Nederland de grote favoriet voor de wereldtitel. In de tussenronde spelen we zaterdag tegen Canada. Ik hoop te kunnen stunten, dan spelen we in de kwartfinale tegen Hongarije. Spelen in en tegen het waterpologekke Hongarije  zou natuurlijk een fantastische ervaring zijn, daar teken ik voor!   

Angela Winstanley stuurt 'haar' vrouwen aan
Angela Winstanley stuurt 'haar' vrouwen aan.

 

Budapest Today 4: De Nederlandse Amerikaan

Alex Roelse uit Maarssen staat tussen zijn Amerikaanse teamgenoten. Bij de line-up torent hij met z’n 2.04 meter boven alles en iedereen uit. Zijn jaren in Utrecht en Oranje lijken alweer een eeuwigheid geleden. Sinds 2014 traint hij mee met Team USA. Hij reist de hele wereld over, maakte de Olympische Spelen in Rio mee en is nu ook op het WK in Boedapest actief. Een mooi moment om bij te praten. 

Team USA kwam in de poulefase niet verder dan de vierde plek. Een overwinning op Rusland in de laatste groepswedstrijd kon daar geen verandering in aanbrengen. Wedstrijden om plek twaalf tot en met zestien resteren. Geen man overboord voor Roelse. “We hebben een enorm jong team van gemiddeld 22 jaar. Dat is bijzonder voor een WK-deelnemer. Na Rio zijn alle ervaren spelers – al dan niet tijdelijk – gestopt. Van het huidige team studeert iedereen nog, daardoor hebben we weinig kans om internationale ervaring op te doen. Vanwege de studies zijn we in de voorbereiding maar een beperkt aantal dagen als team bij elkaar geweest. Dat zie je ook in ons spel terug, de automatismen ontbreken nog. Dit toernooi is eigenlijk het eerste serieuze testmoment waarin we weer kennismaken met de wetten van het internationale waterpolo.”  

De 22-jarige Nederlandse Amerikaan oogt sterker dan ooit. Hij is als midachter nu een van de sterkhouders. Bij UCLA gaat hij na de zomer z’n laatste jaar in. “Voor College-teams mag je maar vier jaar uitkomen. De competitie eindigt in december. Daarna heb ik nog wel anderhalf jaar school voor de boeg, omdat ik vrij heb genomen in de voorbereiding op de Olympische Spelen. Dan zal ik wel meetrainen, maar mag ik dus geen wedstrijden meer spelen. Ik zal wel deelnemen aan wat alternatieve competities, maar het zal met name heel veel trainen worden.” 

Trainen voor het volgende grote doel: Tokio 2020. “Natuurlijk baal ik ervan dat we hier zo vroeg zijn uitgeschakeld voor de prijzen, maar in Amerika denkt men veel meer in Olympische cycli. In Tokio zijn we nog steeds erg jong en dan hebben we drie jaar internationale ervaring. En we kijken nog verder. In 2024 zal een groot deel zo’n 29 jaar zijn, zoals Servië nu. Dan zijn we een kleine tien jaar internationaal bezig. Dan moeten we er echt staan. Dat betekent niet dat we daarvoor niet zullen presteren. Als alles klopt, kunnen we nu ook al goede uitslagen neerzetten tegen toplanden. Dat zag je in de World League waarin we gelijkspeelden tegen Italië en Servië. We zijn uiteindelijk als vierde geëindigd en deden echt mee. Het is jammer dat we hier in Boedapest niet hebben laten zien wat we echt kunnen.”

De passie, emotie en met name het plezier waren wel terug te zien in de poulewedstrijd tegen Rusland. “Dan zie je dat we als team fantastische dingen kunnen doen, maar door de onervarenheid schommelt dat nu nog teveel. Er is veel talent en de faciliteiten zijn in Amerika uitstekend, dus dat belooft wat voor de toekomst.”

Alex Roelse in actie tegen Rusland
Alex Roelse in actie tegen Rusland. 

 

Budapest Today 5: Wat doet een delegate?

Delegates, je ziet ze bij de jurytafel zitten in hun blauwe Fina-colberts. Wat doen zij eigenlijk? Hoe groot is hun invloed? Waarom is het belangrijk dat Nederland een afgevaardigde heeft in de Technische Waterpolo Commissie (TWPC) van wereldzwembond Fina? En is het de fout van de delegate dat Nederland benadeeld werd tegen Rusland? We vroegen het aan Peter Bookelman, sinds 2013 lid van de invloedrijke TWPC en op het WK in Boedapest actief als delegate en evaluator.

Bookelman heeft een rijk verleden in het internationale waterpolo. Van 1976 tot en met 2006 was hij succesvol scheidsrechter. Hij floot onder andere op zeven EK’s, drie WK’s en drie Olympische Spelen, waarbij het leiden van de herenfinale in 2000 in Sydney en de strijd om het brons bij de dames in 2004 in Athene absolute hoogtepunten zijn. Toen hij de internationale leeftijdsgrens had bereikt van 55 jaar, stelde de KNZB hem enkele jaren later kandidaat voor de Fina TWPC. 

Breed takenpakket
Tot op heden is Bookelman elke dag aan de beurt geweest in Boedapest. “De avond voorafgaand aan de wedstrijd krijg je te horen of je wordt ingedeeld. Zo gaat dat ook bij de scheidsrechters. De taken van een delegate zijn heel breed. Het verschilt ook een beetje per evenement. Op Olympische Spelen en WK’s zijn de taken per wedstrijd verdeeld tussen twee mensen: een delegate en een evaluator die de scheidsrechters beoordeelt. De delegate zorgt ervoor dat teams op tijd klaar staan in de callroom en controleert of iedereen uniform gekleed is waarbij het niet is toegestaan om overdadige reclame te dragen. Daarna kijkt de delegate of het veld er goed in ligt, het wedstrijdsecretariaat op orde is en er plek is voor alle officials rondom het veld. Alles om te voorkomen dat er verrassingen plaatsvinden tijdens de wedstrijd. In principe bemoeit de delegate zich niet met het spel of er moet zich een situatie voordoen dat er een technische fout ontstaat die de scheidsrechters niet opmerken. Bijvoorbeeld als er een ploeg met acht spelers in het water ligt. Dan kan de delegate ingrijpen. Na de wedstrijd hou ik altijd een nabespreking met de scheidsrechters. Dat is niet verplicht, maar ik vind het fijn om de wedstijd te evalueren. Ik wil dan altijd wel een discussie op gang brengen in de hoop dat ze de tips ook meenemen in gesprekken met hun collega-scheidsrechters.” 

Time-out Nederland – Rusland
Het is niet toegestaan om delegate te zijn bij een wedstrijd van je eigen land. De wedstrijden van Nederland bekijkt Bookelman dus vanaf de tribune. De meest cruciale heeft de Amsterdammer echter gemist. “Ik had een galadiner van de Fina, dus helaas was ik er niet bij. De Fina is natuurlijk niet blij met alle ophef, want het gaat de hele wereld over. Uiteindelijk hebben de scheidsrechters besloten om die time-out goed te keuren. Zelf zou ik als delegate – als ik de fout had waargenomen – daarin adviseren, maar ik weet niet of dat in dit specifieke geval is gebeurd. Misschien heeft de delegate het niet precies gezien. De scheidsrechters zijn hoe dan ook leidend. Daar moet je ook het protest indienen. De delegate zou je als de grote controleur kunnen zien.”

Het Nederlandse kamp zocht nog wel contact met Bookelman over de te kiezen aanpak. “Ik word geacht neutraal te blijven, dus kan me er niet heel erg mee bemoeien. Als je gedelegeerde van de Fina wordt, wordt er letterlijk gezegd dat je vanaf dat moment alleen de vlag van de Fina vertegenwoordigt. De betrokkenheid met je land moet je loslaten. Toch heb ik wel geprobeerd ze te adviseren.”    

‘Spelletjes’
De Fina staat er bij de buitenwereld niet goed op. Het beeld bestaat dat kritiek niet op prijs wordt gesteld en dat funest is voor je volgende aanstelling. Bookelman houdt zich wat op de vlakte. “Het zou kunnen dat dat beeld bestaat. Ik probeer me daar niet mee in te laten in elk geval. Heel duidelijk is het ook allemaal niet. Je hebt vermoedens, de een gaat wat beter om met de personen boven je dan de ander, maar het is niet hard te maken. Duidelijke aanwijzingen heb ik er niet voor. Het gaat wat bedekt. Ik hou me ver van dat soort praktijken. Als mij iets niet zint, probeer ik gewoon met goede argumenten het gesprek aan te gaan.” 

Nederland binnen de Fina
Tijdens dit WK wordt bekend of de inmiddels 66-jarige Bookelman zijn termijn mag verlengen. Per land mag je maar één gedelegeerde leveren. De concurrentie is groot. Zo heeft Hongarije nu geen delegate wat bijzonder is voor zo’n waterpologrootmacht. Bookelman hoopt vurig op een verlenging. Wat dat betreft kan het gunstig zijn dat Erik van Heijningen zaterdag is benoemd tot Board Member bij de Fina. “Ik voel me in deze rol wel op m’n plek en denk dat de scheidsrechters iets aan m’n ervaring kunnen hebben. Het is vooral leuk om met jonge scheidsrechters te werken. Ik heb altijd mooie discussies met ze. Voor zover ik het kan beoordelen, stellen ze dat wel op prijs.”

Bookelman vindt dat het belangrijk is dat Nederland een afgevaardigde houdt in de TWPC. “Op diverse terreinen dient het nodige veranderd te worden. Door als Nederland op vooruitgeschoven posten te zitten, heb je daar invloed op. Dan gaat het onder andere om de aanstaande spelregelwijzigingen. Daarover wordt aan het eind van dit jaar besloten. Ik verwacht dat de echt grote wijzigingen (een kleinere bal en een kleiner veld, red.) het niet gaan redden. Wel denk ik dat de uitsluitingstijd en het aantal time-outs zal worden teruggebracht om het spel sneller en minder saai te maken. Het slaat natuurlijk nergens op om bij een grote voorsprong in de laatste minuut nog een time-out aan te vragen.”   

Bookelman noemt nog een voordeel om als Nederland posities binnen de Fina te bekleden. “Je bent er natuurlijk ook een beetje ter promotie van het Nederlandse waterpolo. Na elke World League sessie kon ik afgelopen jaar trots vertellen dat bij ons de zwembaden afgeladen vol zaten, dat is lang niet overal zo. Dat zet ons op de kaart.”

ger17072311731.jpg

 

Budapest Today 6: Diana Dutilh breekt met ongeschreven regel

Dinsdag floot Diana Dutilh de wedstrijd tussen Brazilië en Japan. De heren welteverstaan. Een vrouw die een mannenwedstrijd fluit in internationaal verband is uniek. Voor het eerst in twintig jaar is de ongeschreven regel om vrouwelijke arbiters alleen dameswedstrijden te laten fluiten losgelaten. De Nederlandse Eredivisie scheidsrechter is er met recht trots op dat zij de eerste vrouw is die die regel doorbreekt.

“Het was natuurlijk een ouderwets idee. Dat lijken ze nu los te willen laten. Gaaf dat ik de eerste vrouw ben die na zo’n lange tijd de mannen mag fluiten.” Dutilh heeft al een behoorlijke status opgebouwd als scheidsrechter. Na het EK in 2014, de Olympische Spelen in Rio en de World League Super Final in Shanghai eerder dit jaar, is ze in Boedapest voor het eerst op een WK actief. Tot nu toe is ze bijna elke speelronde bij de vrouwen ingedeeld. Maandag ontbrak zij echter in de kwartfinales. “Vanwege ‘het gedoe’ dat er is geweest met de time-out in de wedstrijd tussen Nederland en Rusland, hebben ze mij een ronde uit de wind gehouden. Mocht het namelijk spannend worden bij een wedstrijd van Rusland of Hongarije, dan had elke beslissing van mij geïnterpreteerd kunnen worden als een soort van wraak. Dat moet natuurlijk voorkomen worden. Ik kan er wel mee leven. Het is ook bescherming voor mezelf. Soms moet je gewoon een penalty geven in de laatste seconde. Ik zou dat dan ook doen, want ik fluit altijd straight, maar de buitenwacht kan dat dan anders interpreteren.”

Omdat de TWPC haar ‘te goed’ vindt voor een dameswedstrijd om plek 9-16, had ze maandag een dagje rust. “We hebben een leuke groep scheidsrechters en zoeken elkaar vaak op. We hebben veel bijeenkomsten en soms gaan we met elkaar op pad, dus ik kom zo’n dag wel door. Het is ook goed om soms even helemaal niks te hebben. Het is voor een scheidsrechter toch meer een concentratiesport. M’n gezin heb ik niet over laten komen. Ik zie dit echt als werk en moet de focus houden. Na het WK volgt de echte vakantie.” 

Uiteindelijk deelt Fina-baas Gianni Lonzi de scheidsrechters voor de volgende dag in. Dat het ernaar uitziet dat de Italiaan binnenkort afzwaait bij de wereldzwembond, kan wel eens in Dutilhs voordeel hebben gewerkt. “Door weer vrouwen in te delen bij mannenwedstrijden, kan hij iets nalaten. Dat is het stukje politiek dat erbij komt kijken.” Lonzi kan in ieder geval tevreden terugkijken op zijn besluit om Dutilh deze wedstrijd te gunnen. Ze floot uitstekend en kreeg een goede beoordeling achteraf. “Sommige uitsluitingen stelde de beoordelaar nog wel ter discussie. Ik heb bewust strak gefloten en zou dat de volgende keer weer doen, omdat ik nieuw ben voor de spelers. Dan is gelijk duidelijk wat ze aan me hebben. Als je te los begint, kan het zijn dat je later als het uit de hand loopt moet bijsturen met rode kaarten. Dat moet je niet willen natuurlijk.”  

Haar debuut in het internationale mannenpolo zorgde niet voor extra zenuwen bij Dutilh. “In Nederland fluit ik zo vaak mannen, ook oefeninterlands van de Oranjeheren. Het was natuurlijk ook geen Servië – Hongarije, dus waarom zou ik mezelf gek maken? Ik wist dat ik het kon!”

Een mooi vervolg behoort nu zeker tot de mogelijkheden. Is het niet bij de mannen, dan wel bij de vrouwen. “Over het algemeen is het zo dat hoe beter het met Nederland gaat, hoe slechter dat voor mij is. Nu Nederland niet meer om de prijzen speelt, kan ik zomaar bij een finalewedstrijd worden ingezet.” Dat deed Dutilh één keer eerder. Op het EK in 2014 floot zij, eveneens in Boedapest, de strijd om het brons. Dat wil zij graag herhalen, helemaal in het waterpologekke Hongarije. “Het is zo mooi om hier te fluiten met al die fans op de tribune. De eerste keer maakte dat een behoorlijke indruk, maar inmiddels kan ik me daar goed voor afsluiten.”

Dutilh schudt voorafgaand aan de wedstrijd de hand met de Japanse captain Yusuke Shimizu
Dutilh schudt voorafgaand aan de wedstrijd de hand met de Japanse captain Yusuke Shimizu.

 

Budapest Today 7: De jongste deelnemer

De Braziliaanse Leticia Belorio is met haar zestien lentes de jongste speelster op dit WK. Het grootste talent van Zuid-Amerika krijgt al veel speelminuten van haar coach Eduardo Abla. We stelden haar een paar korte vragen in de Mixed Zone.

Weet je dat je de jongste bent?
Ja leuk hè! Ik vind dat heel speciaal. Zo mooi om als 16-jarige op een senioren WK actief te zijn. Ik wil me elke dag verbeteren en dat kan goed op een WK tegen zulke goede tegenstanders. Het is m’n eerste grote toernooi bij de senioren. Ik zit ook nog in Jong Brazilië.

Daar ben je zeker veruit de beste?  
Ja eigenlijk wel. Tijdens de afgelopen Pan American Games voor junioren was ik de beste speelster en topscorer. Omdat je niet twee individuele prijzen kan winnen, hebben ze iemand anders maar MVP gemaakt, haha!

Wat is je grootste droom? 
Ik wil natuurlijk de Olympische Spelen meemaken. Tijdens de laatste Olympische Spelen in Rio was ik nog te jong, maar heb ik wel genoten op de tribune. Het lijkt me erg mooi om dat ook als speler mee te maken. Ik zou ook graag in een goede buitenlandse competitie spelen. In Brazilië is waterpolo maar een kleine sport. We hebben slechts vijf ploegen in de hoogste divisie. Ik ga graag naar Amerika of Spanje, net als onze aanvoerder Marina Zablith die bij CN Mataro speelt. En natuurlijk zoals Felipe Perrone. Hij is echt een held.

Belorio in actie tegen Japan
Belorio in actie tegen Japan.

 

Budapest Today 8: Wie was toch die Alfréd Hajós?

Na twee weken topwaterpolo is het Alfréd Hajós zwemstadion, voortdurend aangekondigd als ‘het legendarische zwemstadion’, weer een aantal legendarische wedstrijden rijker. De Verenigde Staten veroverde er haar vijfde WK-goud. Was de halve finale bij de mannen tussen Servië en Kroatië een van de beste wedstrijden ooit, en werd er een Hongaarse droom wreed verstoord door de Kroaten. Een broedplaats voor historie, maar wie was toch die meneer Hajós? En wat maakt het zo bijzonder? Als slotstuk van dit WK doken we de bibliotheek van Boedapest in en vonden de antwoorden.

Het eerste overdekte zwembad van Hongarije opende in 1930 z’n deuren om in 1937 te worden uitgebreid met het buitenbad dat in 2006 (EK zwemmen), 2010 (EK zwemmen), 2014 (EK waterpolo) en nu dus in 2017 (WK waterpolo) het decor vormt van een groot internationaal toernooi. Inmiddels is ‘De Hajós’ – zoals het complex door de sportwereld in Hongarije wordt genoemd – 80.000 m2 groot en telt het maar liefst acht zwembaden. Wie dit heiligdom van de Hongaarse zwemsport betreedt, neemt letterlijk een duik in de zwemgeschiedenis. In de hal zijn de namen van alle Hongaarse wereld en Olympisch kampioenen in marmeren platen gebeiteld. Alfréd Hajós zelf is hiervan met een borstbeeld het prominente middelpunt.

Alfréd Hajós By Night.
Alfréd Hajós By Night.

ger17072111101.jpg

De zwemmer

Alfréd Hajós werd op 1 februari 1878 geboren in Boedapest. Op dertienjarige leeftijd zag hij zijn vader verdrinken in de Donau. Z’n angst voor het water maakte al snel plaats voor vastberadenheid. Hij wilde de beste zwemmer van z’n land worden. Hij bleek een natuurtalent en toen hij in 1896 de aankondiging zag voor de eerste moderne Olympische Spelen, meldde hij zich aan. In Athene won hij op één dag twee van de drie afstanden: de 100 en de 1.200 meter. De Griekse krant ‘Akropolis’ omschreef hem de volgende dag als ‘de Hongaarse dolfijn’.

De multisporter

Al snel na zijn Olympische successen hing hij z’n zwembroek aan de wilgen. In zijn jeugd werd hij al kampioen hordenlopen en discuswerpen en nu had interesse gekregen in een andere sport: voetbal. Het was begin twintigste eeuw, het moment waarop de voetbalsport erg populair werd in Hongarije. Als spits van BTC won hij de landstitel in 1901, 1902 en 1903 en speelde hij officiële interlands tegen Engeland en Oostenrijk.

De architect

Toen Hajós 21 jaar oud was, studeerde hij als architect af aan de Polytechnische Universiteit van Boedapest. In de daaropvolgende vijftig jaar ontwierp hij vele sportcomplexen in binnen- en buitenland, zoals het Ujpest stadion, het Velodrome en zwembaden tot Polen en toenmalig Tsjechoslowakije aan toe. Maar ook scholen, hotels, banken, fabrieken, kerken, theaters en bioscopen werden gebouwd naar zijn ontwerp.

Als sporter nam hij na 1896 niet meer deel aan de Olympische Spelen. Toch werd hij nog eenmaal Olympisch kampioen. In 1924 in Parijs was hij namelijk weer van de partij. Niet als zwemmer, maar als architect. Architectuur was tot de Olympische Spelen van 1948 immers een Olympische discipline. Hij was inmiddels 46 jaar en met zijn ontwerp liet hij de andere inzendingen achter zich. Zo betrad hij achtentwintig jaar na zijn eerste Olympische successen wederom de hoogste trede op het Olympisch ereschavot. Zijn ontwerp? Een zwembad van Olympische afmetingen zoals wij dat nu kennen. En zo ligt het ontwerp van Alfréd Hajós aan de basis van de zwembaden waarin nu alle grote toernooien worden gezwommen.

Herinneringen aan zijn carrière zijn diep geworteld in het hele land. In zijn oude appartement is een museum gevestigd over zijn leven. De ‘Hajós-promenade’ op het Margiteiland houdt zijn verdiensten voor zijn land in leven. Net als ‘De Hajós’ waarin elke jonge Hongaarse waterpoloër leert wat voor een grootheid Alfréd Hajós was; de geweldige architect en eerste Olympisch kampioen van Hongarije.  

In de ManMeer! van september volgt een uitgebreider artikel over Alfréd Hajós.

 

Foto's: (tenzij anders vermeld) Beeldboot / Gertjan Kooij.